Een angststoornis is een psychische aandoening waarbij iemand buitensporige, aanhoudende of moeilijk te controleren gevoelens van angst en bezorgdheid ervaart. Angst op zich is een natuurlijke reactie van het lichaam en de geest: het maakt ons alert in gevaarlijke situaties en helpt ons om adequaat te reageren. Bij een angststoornis gaat deze natuurlijke reactie echter veel verder dan nodig is. De angst is niet in verhouding tot de situatie, duurt te lang of komt op momenten waarop er geen reëel gevaar is. Dit kan het dagelijks functioneren sterk beperken.
Er bestaan verschillende soorten angststoornissen, zoals:
- Gegeneraliseerde angststoornis (GAS): voortdurende piekergedachten en zorgen over allerlei aspecten van het leven.
- Paniekstoornis: terugkerende paniekaanvallen die vaak gepaard gaan met lichamelijke symptomen zoals hartkloppingen, benauwdheid en duizeligheid.
- Sociale angststoornis: hevige angst voor sociale situaties of om beoordeeld te worden door anderen.
- Specifieke fobieën: intense angst voor een bepaald object of situatie, zoals hoogtes, spinnen of vliegen.
- Dwangstoornis (OCD) en posttraumatische stressstoornis (PTSS) worden vaak ook in het spectrum van angststoornissen geplaatst.
Copyright: Mind
Hoe ontstaat een angststoornis?
Een angststoornis ontstaat vaak door een combinatie van factoren. Het is zelden één enkele oorzaak, maar eerder een samenspel van biologische, psychologische en sociale invloeden.
Biologische factoren
- Genetische aanleg: Erfelijkheid speelt een rol; mensen met familieleden die een angststoornis hebben, hebben zelf een verhoogde kans.
- Hersenchemie: Een disbalans in neurotransmitters zoals serotonine, dopamine en GABA kan bijdragen aan het ontstaan van angst.
- Lichamelijke factoren: Bepaalde gezondheidsproblemen, zoals een overactieve schildklier of hartproblemen, kunnen angstklachten versterken.
Psychologische factoren
- Persoonlijkheid: Mensen die perfectionistisch, gevoelig of introvert zijn, hebben een verhoogde kans.
- Leerervaringen: Negatieve of traumatische gebeurtenissen in de jeugd (bijvoorbeeld pesten of verwaarlozing) vergroten de kans.
- Conditionering: Een nare ervaring kan ertoe leiden dat iemand bepaalde situaties of objecten met angst gaat associëren.
Sociale factoren
- Stressvolle omstandigheden: Hoge werkdruk, relatieproblemen of financiële zorgen kunnen bijdragen aan het ontstaan of verergeren van angst.
- Opvoeding: Ouders die zelf angstig zijn of overmatig beschermend opvoeden, kunnen kinderen onbewust leren om situaties als bedreigend te zien.
Hoe uit een angststoornis zich?
De symptomen van een angststoornis kunnen zowel lichamelijk als mentaal zijn. Vaak versterken deze elkaar.
Lichamelijke symptomen
- Hartkloppingen of een versnelde hartslag
- Zweten, trillen of beven
- Benauwdheid of hyperventilatie
- Duizeligheid of een licht gevoel in het hoofd
- Misselijkheid of buikklachten
- Spierspanning, hoofdpijn of vermoeidheid
Mentale symptomen
- Aanhoudend piekeren en malen
- Het gevoel geen controle te hebben over gedachten
- Snel overprikkeld raken
- Vermijden van situaties die angst oproepen
- Catastrofaal denken (“Wat als ik flauwval?” of “Wat als iedereen mij raar vindt?”)
Behandeling van een angststoornis
Gelukkig zijn angststoornissen goed behandelbaar. Er zijn verschillende behandelmethoden die vaak met elkaar gecombineerd worden.
Psychotherapie
- Cognitieve gedragstherapie (CGT): Dit is de meest gebruikte en bewezen effectieve therapie. Hierbij leert iemand irrationele gedachten te herkennen en uit te dagen, en vermijdingsgedrag te doorbreken.
- Exposuretherapie: Een onderdeel van CGT waarbij iemand geleidelijk en gecontroleerd wordt blootgesteld aan datgene waar hij of zij bang voor is.
- Acceptance and Commitment Therapy (ACT): Richt zich op het leren accepteren van angstgevoelens in plaats van ze weg te duwen.
Medicatie
- Antidepressiva (SSRI’s of SNRI’s): Vaak effectief bij gegeneraliseerde angst en paniekstoornissen.
- Benzodiazepines: Werken snel, maar zijn verslavend en worden daarom alleen kortdurend gebruikt.
- Beta-blokkers: Worden soms voorgeschreven om lichamelijke symptomen zoals trillen en hartkloppingen te verminderen.
Zelfhulp en leefstijl
- Beweging: Regelmatig sporten helpt om spanning te verminderen en bevordert de aanmaak van rustgevende neurotransmitters.
- Mindfulness en ontspanningstechnieken: Ademhalingsoefeningen, yoga en meditatie kunnen helpen om het stressniveau te verlagen.
- Slaap en voeding: Voldoende slaap en een gebalanceerd dieet zijn essentieel voor psychisch welzijn.
- Lotgenotengroepen: Het delen van ervaringen kan steun en herkenning bieden.
Hoe beïnvloedt een angststoornis het dagelijkse werk?
Een angststoornis kan grote impact hebben op iemands functioneren op de werkvloer. Het gaat niet alleen om het hebben van paniekaanvallen, maar ook om de subtielere effecten van voortdurende spanning.
Concentratie en productiviteit
Angst leidt vaak tot concentratieproblemen, omdat iemand veel energie kwijt is aan piekeren. Dit kan het moeilijk maken om complexe taken te volbrengen of deadlines te halen.
Vermijding en uitstelgedrag
Werknemers met een sociale angststoornis kunnen bijvoorbeeld meetings of presentaties vermijden. Dit kan hun professionele groei belemmeren. Uitstelgedrag kan ook leiden tot extra werkdruk en stress.
Verstoorde samenwerking
Angst kan iemand sneller prikkelbaar of teruggetrokken maken. Dit kan leiden tot misverstanden of conflicten met collega’s.
Fysieke klachten
Door de voortdurende spanning kunnen mensen lichamelijke klachten ontwikkelen, zoals vermoeidheid of pijnklachten. Dit kan leiden tot meer ziekteverzuim.
Carrière-impact
In ernstige gevallen kan een angststoornis iemand zelfs belemmeren om werk vast te houden, promoties te krijgen of zich professioneel te ontwikkelen.
Hoe kan de werkomgeving ondersteunen?
Een begripvolle en ondersteunende werkcultuur kan veel verschil maken.
- Open communicatie: Als medewerkers zich veilig voelen om over hun mentale gezondheid te praten, verlaagt dat de druk.
- Flexibiliteit: Thuiswerken, flexibele werktijden of taken aanpassen kan helpen om beter om te gaan met angstklachten.
- Voorlichting: Trainingen over mentale gezondheid kunnen zorgen voor meer begrip en minder stigma.
- Ondersteuning via HR of bedrijfsarts: Toegang tot counseling of doorverwijzing naar professionele hulp kan belangrijk zijn.
5 veelvoorkomende misvattingen over angststoornissen
- “Iedereen is wel eens angstig, dus het is niet zo ernstig.”
Angststoornissen zijn veel meer dan gewone zenuwen. Het gaat om buitensporige en aanhoudende angst die het dagelijks leven sterk kan beperken. - “Je moet er gewoon overheen zetten.”
Een angststoornis is geen kwestie van wilskracht. Zonder behandeling blijft de stoornis vaak bestaan of wordt deze erger. - “Medicatie maakt je afhankelijk of suf.”
Antidepressiva zijn niet verslavend. Wel moeten ze zorgvuldig worden gebruikt en afgebouwd. Benzodiazepines kunnen verslavend zijn, maar worden daarom meestal tijdelijk ingezet. - “Angststoornissen zijn zeldzaam.”
Ongeveer 1 op de 5 mensen krijgt ooit in zijn of haar leven een angststoornis. Het is dus een veelvoorkomende aandoening. - “Als je er geen last van ziet, is er niets aan de hand.”
Veel mensen met een angststoornis verbergen hun klachten uit schaamte. Dat betekent niet dat ze geen ernstige innerlijke strijd leveren.
Een angststoornis is één van de meest voorkomende psychische aandoeningen, zowel in Nederland als wereldwijd. Toch rust er vaak nog een taboe op het onderwerp. In dit artikel lees je de belangrijkste cijfers en feiten: hoe vaak angststoornissen voorkomen, welke groepen extra kwetsbaar zijn en waarom betrouwbare data ons helpt de impact beter te begrijpen.
Wereldwijde cijfers over angststoornissen
Uit onderzoek van de World Health Organization (WHO) blijkt dat in 2019 naar schatting 301 miljoen mensen wereldwijd een angststoornis hadden. Dat is ongeveer 4% van de wereldbevolking. Angststoornissen behoren daarmee tot de meest voorkomende psychische aandoeningen.
De Global Burden of Disease (GBD) studie laat zien dat de wereldwijde prevalentie rond de 4,05% ligt, met een stijging van ruim 55% sinds 1990. Bijna 30% van de volwassenen krijgt ooit in het leven te maken met een angststoornis.
Hoe vaak komen angststoornissen voor in Nederland?
Nederlandse onderzoeken bevestigen het beeld dat angststoornissen veel voorkomen.
- Uit de NEMESIS-3 studie blijkt dat 30% van de jongvolwassenen (18-24 jaar) ooit een angststoornis had. Bij jonge vrouwen gaat het zelfs om 37,6%, tegenover 23,1% bij mannen.
- In de leeftijdsgroep 18-75 jaar had 15,2% in de afgelopen 12 maanden een angststoornis. Bij vrouwen (19,4%) komt dit vaker voor dan bij mannen (11,0%).
- Het Trimbos-instituut berekende dat angststoornissen de meest voorkomende psychische aandoeningen zijn: zo’n 15% van de volwassenen kreeg er in het afgelopen jaar mee te maken.

Afbeelding 1: Infographic / grafiek angststoornissen in Nederland | Copyright: Psycholoog Marlijn
Daarnaast laten recente cijfers van het CBS zien dat in 2023 42% van de Nederlanders van 12 jaar en ouder gevoelens van angst of depressie ervoer in de afgelopen vier weken. Onder jongeren van 18-25 jaar was dit percentage nog hoger: 53% (waarvan 66% van de jonge vrouwen tegenover 40% van de jonge mannen).
Jongeren en angststoornissen: een groeiende zorg
De toename van angstklachten onder jongeren is zorgwekkend. Uit internationale studies blijkt:
- In Engeland had in 2024 maar liefst 25,8% van de jongeren (16-24 jaar) een veelvoorkomende psychische aandoening zoals een angststoornis. Ook hier is het verschil groot tussen vrouwen (36,1%) en mannen (16,3%).
- Wereldwijd is de incidentie van angststoornissen bij jongeren (10-24 jaar) tussen 1990 en 2021 met 52% gestegen. Deze stijging lijkt samen te hangen met maatschappelijke druk, sociale media en de impact van de coronapandemie.
Wil je meer wetenschappelijke informatie? Bekijk de Richtlijn Angst- en Dwangstoornissen (2023)
